Hoe werkt infrarood verwarming?

Infrarood paneel

Infraroodverwarming (of warmtestralers) zijn verwarmingssystemen die voornamelijk warmtestraling (infrarood licht) afgeven in plaats van de lucht te verwarmen en door convectie door de kamer te verspreiden. De term verduidelijkt dus alleen het type warmteafgifte, niet dat van warmteopwekking. De producten die de laatste tijd steeds vaker onder de verzamelnaam “infrarood paneel” op de markt worden aangeboden, zijn elektrische weerstandsverwarmers. Dit betekent dat ze elektrische stroom omzetten in warmte en deze vervolgens afgeven aan de kamer.

Een convectorkachel zorgt voor een luchtstroom in de ruimte, waardoor er verschillende temperatuurlagen in de ruimte ontstaan. Een heater met een hoger stralingsaandeel daarentegen verwarmt de ruimte gelijkmatiger. Straling die op een lichaam valt, wordt ook als prettig ervaren als de temperatuur van de warmtebron niet te hoog is in vergelijking met de rest van de ruimte.

Warmteafvoer in een kamer is in wezen via

Thermische straling (warmteoverdracht door elektromagnetische golven) en via convectie (opwarming van de langsstromende lucht). Het aandeel van de warmte die een radiator afgeeft in de vorm van warmtestraling wordt het stralingsrendement genoemd. Hoe hoger dit stralingsrendement, des te gerechtvaardigder is de aanduiding “infraroodverwarming”. Opgemerkt moet worden dat alle gangbare verwarmingssystemen tot op zekere hoogte ook warmtestraling afgeven, zonder noodzakelijkerwijs van infraroodverwarming te spreken. Dit geldt b.v. B. voor tegelkachels en vooral voor open haarden. Vloer- of plafondverwarming (bijvoorbeeld met stralingsplafondpanelen) geeft voornamelijk stralingswarmte af, aangezien luchtconvectie hier nauwelijks voorkomt.

Voor velen het toppunt van comfort: een open haard of een tegelkachel met een hoog aandeel stralingswarmte. Infraroodstralers hebben ook een hoog stralingsaandeel en worden als comfortabel ervaren. Zoals vloer- of wandverwarming, waarvan het stralingswarmteaandeel ook hoger kan zijn dan dat van infraroodverwarming, afhankelijk van de inbouwsituatie. Fotocredit: stefanfister – stock.adobe.com

Het stralingsrendement van de op de markt verkrijgbare elektrisch bediende infraroodstralers ligt – afhankelijk van het ontwerp, de oppervlakte- en bedrijfstemperatuur – tussen de 25% en 60%. Conventionele heaters (radiatoren) hebben een stralingsaandeel van 20 tot 50 procent, afhankelijk van hun compactheid. Vloer- en wandverwarming hebben een stralingsaandeel tot 60 procent. De rest van de warmteafvoer vindt voornamelijk plaats via convectie. Een kenmerk van verwarmingssystemen met een hoog stralingsaandeel is hun vermogen om omliggende componenten zoals vloeren, muren of plafonds, maar ook meubels of mensen in de kamer te verwarmen. De meeste mensen vinden dit comfortabel.

Een kenmerk van verwarmingssystemen met een hoog stralingsaandeel is hun vermogen om omliggende componenten zoals vloeren, muren of plafonds, maar ook meubels of mensen in de kamer te verwarmen. De meeste mensen vinden dit comfortabel.

Hierdoor kan de kamertemperatuur in vergelijking met met radiatoren verwarmde kamers doorgaans met ca. 1 tot 2 °C worden verlaagd, zonder dat u hoeft te rekenen op comfortverlies. Een soortgelijk effect treedt ook op bij oppervlakteverwarmingssystemen zoals vloerverwarming en wandverwarming. Om de ruimte het benodigde vermogen te kunnen leveren, verwarmen infraroodpanelen tot wel 100°C. Overmatige warmtestraling kan ook een negatieve invloed hebben op het comfort. Het is ongemakkelijk om van de ene kant sterk verlicht te worden terwijl de andere kant van het lichaam koud blijft. Daarnaast kan onaangename irritatie van de ogen optreden. Een ander effect van hoge oppervlaktetemperaturen is dat stof gaat smeulen (vanaf ca. 55°C), wat kan leiden tot geurtjes en een gevoel van droge ruimtelucht.

Hoe werkt infrarood verwarming?
Schuiven naar boven